Tips bij het boren in beton
Aan de slag met boren in beton
Tip 1: kies de juiste boor.
Tip 2: gebruik een dieptestop.
Tip 3: pas op voor leidingen.
Tip 4: boor voorzichtig bij tegels.
Tip 5: voer gruis af.
Tip 1: kies de juiste boor
Boor je - uiteraard met een boorhamer - in beton, gebruik dan niets anders dan een echte betonboor. De verschillen tussen boren zitten aan de opnamezijde - een SDS-variatie of snelspan - en aan de kop. Steen- en betonboren hebben een stompe kop die fungeert als een soort beitel die het materiaal wegslaat. Hét verschil tussen een steen- en een betonboor zit hem in de punt. Waar deze bij de steenboor van hetzelfde materiaal is als de rest van de boor, is de punt bij een betonboor er later ingezet en gemaakt van wolfraamcarbide of widia (van het Duitse wie diamant: als diamant). Dit maakt de punt keihard en uitermate geschikt voor het boren in beton.
Tip 2: gebruik een dieptestop
Niet alleen de breedte van je plug is van belang bij het boren van een gat in beton. Ook de lengte gebruik je om precies af te meten hoe diep het boorgat moet worden. Boor je te ondiep, dan past je plug er niet volledig in en boor je te diep, dan verzinkt hij te ver. Een dieptestop, die je standaard op de meeste boorhamers vindt, zorgt ervoor dat je tot op de millimeter precies boort. Je kunt natuurlijk de maatvoering op de dieptestop gebruiken, maar nog eenvoudiger is het om de plug op de boorkop te zetten en vervolgens de dieptestop af te stellen tot op de punt van de plug.
Tip 3: pas op voor leidingen
Het raken van een water- of elektriciteitsleiding bij het boren kan verstrekkende gevolgen hebben. In het ergste geval moet je hele muur open om de schade te herstellen. En daar zit je natuurlijk niet op te wachten als je alleen maar even een klok wilde ophangen in de keuken. Gelukkig is het raken van leidingen te voorkomen door een leidingzoeker te gebruiken. Dit apparaat vertelt je of je ijzerhoudend materiaal mag verwachten in de muur. Zo blijf je dus uit de buurt van leidingen en eventuele betonwapening bij het boren.
Tip 4: boor voorzichtig bij tegels
Soms moet je eerst door een tegellaag heen voor je bij het beton aankomt. De tegels kun je niet zomaar zien als een laagje waar je even doorheen beukt. De kans op schade aan de tegel is daarvoor simpelweg te groot. Boor eerst voorzichtig zónder de hamerfunctie en met een van scherpe punt voorziene tegelboor volledig door je tegel heen. Ga dan pas over op de volle kracht van de boorhamer met een betonboor. Een extra tip hier: gebruik schilderstape op het gladde oppervlak van de tegel om het weglopen en krassen van de boor te voorkomen.
Tip 5: voer gruis af
Het verschil tussen netjes klussen en de boel afraffelen zit in de kleine details. Eén van deze details is het afvoeren van het gruis of boorstof bij het boren in beton. Om een zo net mogelijk boorgat te creëren, trek je de boor op een laag toerental een aantal keer terug. Helemaal fijn natuurlijk wanneer je hierbij gebruik maakt van een boorstofopvanger of wanneer iemand je even bijstaat met een stofzuiger onder het boorgat. Is het gat op diepte, trek dan de boor - nog steeds roterend - langzaam terug en gebruik een stofzuiger voor het laatste beetje gruis wat achterblijft in het gat. Zo weet je zeker dat de plug past.