Tips bij het gebruik van je wasdroger
Tips op een rijtje
De belangrijkste tips bij het gebruik van je wasdroger zijn:
- Tip 1: check de droogsymbolen in het wasetiket.
- Tip 2: centrifugeer je was vooraf.
- Tip 3: sluit knopen en ritsen.
- Tip 4: houd je aan het vulgewicht van de trommel.
- Tip 5: maak de wasdroger regelmatig schoon.
Tip 1: check de droogsymbolen
Om te voorkomen dat je favoriete wasgoed krimpt, controleer je altijd de symbolen op het etiket aan de binnenkant van je wasgoed. Kleding die niet in de droger mag, kan je liggend of hangend drogen. Een wollen trui die je op een rek droogt mag je bijvoorbeeld nooit hangend drogen, omdat deze dan uitrekt. Houd je altijd goed aan de voorschriften.
De belangrijkste droogsymbolen zie je hier.
- Symbool 1: Droogtrommel lage stand
- Symbool 2: Droogtrommel hoge stand
- Symbool 3: Niet drogen in de droogtrommel
- Symbool 4: Liggend drogen
- Symbool 5: Hangend drogen
Tip 2: centrifugeer je was vooraf
Zorg ervoor dat je jouw wasmachine op een hoge centrifugesnelheid (minimaal 1400 toeren per minuut) laat draaien. Je wasgoed komt dan droger uit de wasmachine en hoeft minder lang de wasdroger in. Dat is beter voor je wasgoed, je wasgoed is sneller droog en je bespaart ook nog eens op je energiekosten. Let wel op: wol, zijde en ander kwetsbaar wasgoed zijn hiervoor niet geschikt.
Tip 3: sluit knopen en ritsen
Om je kleding en de droogtrommel te beschermen, sluit je al je knopen en ritsen. Zo blijft je was langer mooi en gaat je wasdroger langer mee. Vergeet natuurlijk niet om je was te sorteren en je jeans en delicate wasgoed apart te drogen. De ruwe spijkerstof van je jeans zorgt er namelijk voor dat je overige was snel slijt.
Tip 4: houd je aan het vulgewicht
Het lijkt een inkoppertje, maar de trommel net iets te vol proppen doen we allemaal weleens en kan op den duur vervelende gevolgen hebben. Probeer je dus aan het aanbevolen vulgewicht van je wasdroger te houden: een overvolle trommel zorgt er niet alleen voor dat je was minder goed droog wordt, maar kan de wasdroger ook beschadigen. Zorg er ook voor dat je geen wasverzachter gebruikt voor kleding die in de droger gaat. De stoffen die in wasverzachter zitten slaan neer op de sensoren in de droger en kunnen storingen veroorzaken.
Tip 5: maak de wasdroger regelmatig schoon
Om ervoor te zorgen dat je wasdroger efficiënt droogt, houd je het pluizenfilter en de condensor schoon. Het pluizenfilter reinig je na elke droogbeurt. Dit doe je door het filter uit de wasdroger te halen en grote stofdelen te verwijderen. Maandelijks maak je dit grondig schoon met een stofzuiger. De condensor bevindt zich onder in je wasdroger. Heb je een condensdroger dan spoel je deze schoon. Bij een warmtepompdroger is de condensor ingebouwd en zuig je deze schoon.