6 tips om energie te besparen met je vriezer

Met deze onderstaande 6 tips bespaar je met een vriezer.

• Tip 1. Installeer de vriezer goed
• Tip 2. Open de deur zo min mogelijk
• Tip 3. Vul de vriezer
• Tip 4. Reinig en ontdooi regelmatig
• Tip 5. Laat restjes afkoelen
• Tip 6. Zet de vriezer uit

Wanneer je een vriezer op de juiste manier installeert, bespaar je al een hoop kosten. Zet het apparaat op een vlakke ondergrond. Plaats de vriezer niet naast een radiator of in de volle zon. Let ook op de minimale temperatuur van de omgeving. Daarna stel je de temperatuur in op -18 graden Celsius.

Zodra je de vriezerdeur opent, verliest het apparaat veel koude lucht en komt er warme lucht binnen. Open de deur daarom zo min mogelijk. Bedenk bijvoorbeeld eerst wat je uit de vriezer nodigt hebt, voordat je de deur opent. Zorg daarna dat je de deur goed sluit. Maak de deurrubbers af en toe schoon, zodat de deur goed blijft sluiten.

Een volle vriezer verbruikt minder energie dan een lege vriezer. Je ingevroren diepvriesfruit, broden en gehakt houden de koude lucht namelijk vast. Zo hoeft de vriezer minder vaak aan te slaan. Stop de vriezer niet te vol, anders circuleert de lucht niet voldoende.

Een schone vriezer gaat langer mee en is hygiënischer voor je boodschappen. Maak regelmatig een sopje en reinig het apparaat. Heb je een model met Low Frost of geen anti-ijsvorming? Na verloop van tijd ontstaat er ijs in de vriezer. Bij elke 2 millimeter aan ijs verbruikt het apparaat ongeveer 10% meer. Ontdooi je vriezer daarom regelmatig.

In een vriezer bewaar je gemakkelijk de restjes soep of zelfgemaakte pasta. Laat deze restjes eerst afkoelen voordat je ze in de vriezer zet. Zo voorkom je dat de temperatuur in de vriezer stijgt, waardoor het apparaat vaker aanslaat.

Ga je op vakantie of heb je een tweede vriezer? Zet het apparaat dan uit wanneer je hem niet gebruikt. Maak het apparaat eerst leeg en schoon, en laat de deur op een kier staan. Zo voorkom je nare geurtjes en schimmels. Sommige modellen hebben ook een vakantiestand, waarmee je het apparaat uitzet en energie bespaart.