Hoe stel je jouw boormachine in?

Je zet je bedrade boormachine of accuboormachine aan, voordat je boort of schroeft. Steek de stekker in het stopcontact of klik een volle accu vast. Druk daarna op de aan-/uitknop. Met de kleine knop aan de zijkant kies je de draairichting van de boorkop. Rechtsom boor of schroef je, linksom draai je schroeven los. De boorkop draait als je de grote knop vooraan indrukt.

Veel boormachines hebben een mechanische versnelling die bepaalt hoe snel de boorkop draait. Met een schuifknop kies je meestal uit 2 standen: langzaam voor schroeven, snel voor boren. Sommige machines hebben extra standen, zodat je de snelheid preciezer aanpast aan je schroef- of boorklus.

Bij een schroefboormachine en klopboor kies je ook uit koppelstanden. De koppelstand bepaalt hoe snel, krachtig en diep je schroeft. Je kiest de juiste stand met de draairing achter de boorkop. Gebruik een lage stand voor zacht materiaal, zoals gips. Zo schroef je niet te diep. Voor hard materiaal kies je een hogere stand.

Klopboormachines, boorhamers en combihamers hebben een slagfunctie. De boor draait hierdoor niet alleen rond, maar beweegt ook van voor naar achter. Door deze kloppende of hamerende beweging kom je gemakkelijk door hard materiaal, zoals steen of beton. Wil je in zacht materiaal boren, zoals hout? Dan zet je de klop- of hamerfunctie met de draaiknop op de boormachine uit. Combihamers hebben een extra optie: de rotatiestop. Hiermee zet je het draaien van de boor uit, zodat je beitelt.